Hoe gaan de Compagniezangers om met de teksten van shanties?

Een probleem, waar shantykoren mee geconfronteerd worden, zijn de teksten van sommige shanties.
Wat kan nog wel en wat niet meer?

Wanneer we terugkijken in de geschiedenis zijn veel liedjes, die we nu als onschuldig beschouwen, dat helemaal niet: “Torentje, torentje bussenkruit, wat hangt er uit?” is van oorsprong een bordeelliedje, wat het gebroken torentje betekent, mag u zelf invullen. En “Ik stond laatst voor een poppenkraam”, gaat terug naar de tijd dat Duitse seizoenarbeiders – Puppen genaamd (in het Nederlands uitgesproken als ‘Poepen’) – door “uitzendbureaus” op de markt aangeprezen werden. Een vorm van uitbuiting, die we nu verwerpen. Hiermee willen we aantonen, dat de betekenis van liedjes wel degelijk kan veranderen.

Zo is het ook met shanties. De zeelui waren niet wat je noemt fijnbesnaard. Walvisvaart, drank, vrouwen speelden een belangrijke rol in hun zwervend leven. Logisch, dat die onderwerpen terugkwamen in hun liedjes. Ook de omgang met mensen van een andere nationaliteit/ cultuur was heel anders. In de shanty “Alabama John Cherokee” is sprake van een geronselde ‘Indiaan’, een lid van de First Nations zeggen we tegenwoordig, die steeds opnieuw deserteert van een schip.

Is dat discriminerend of denigrerend? En wanneer er in een Engels lied, dat de spot drijft met Nederlandse zeelui, het woord “gott for domney” gebruikt wordt, moet je dat dan weglaten of vaststellen, dat vloeken in een vreemde taal het eerste is, dat wordt overgenomen (te vergelijken “fuck you”). Ook mensen van kleur worden vaak als minderwaardig neergezet.

Kortom: onze shanties weerspiegelen een wereld van vroeger. Een wereld die in veel opzichten gelukkig veranderd is. Als Compagniezangers proberen we zoveel mogelijk rekening te houden met gevoeligheden, maar hoe moet je omgaan met immaterieel cultureel erfgoed? Want dat zijn shanties. Vergelijk het met het onderhoud van een monumentaal pand, in hoeverre restaureer je, of ga je nostalgiserend verbouwen?

Weest u ervan overtuigd, dat we niemand willen kwetsen, ook wanneer het taalgebruik naar huidige maatstaven niet gepast is.